woensdag 13 april 2011

Komodo's en Flores

Komodo's 
De nacht van ons afscheid van Melhuni villa was onrustig. Nu zijn de nachten in Azie wel vaker onrustig, bijvoorbeeld omdat er muggen rond je hoofd flapperen, vanwege de hitte bij gebrek aan airco of vanwege een kakkerlak die een pad onder Marieke door zoekt. Een enkele maal slapen we slecht omdat we met z'n drieen in een Queen size bed slapen, er is niet altijd een family room voorhanden. Blijkbaar zijn die bedden toch voor 1 koningin en niet voor ook nog een prinsesje en een uit de kluiten gewassen koning. Maar ditmaal werd onze nachtrust verstoord door een geweldig kabaal dat vanuit de tuin onze slaapkamer binnen drong. Angstaanjagende kreten en aggressief gesis wezen op een gevecht tussen twee viervoeters. Katten dachten we. Pas enkele dagen later zouden we in een mail van Huub vernemen wat het inderdaad dieren van het kattengeslacht waren die een gevecht op leven en dood hadden uitgevochten. De huiskat bleek die nacht een bijzondere prooi te hebben gemaakt, een gestippelde kat. Bij nadere inspectie bleek het om een heus luipaardje te gaan dat de nachtelijke strijd niet had overleefd.

Inmiddels zaten wij al even op Flores, te genieten van absoluut een van de mooiste plekjes op aarde. Het Komodo national park. Per vliegtuig waren we gearriveerd in Labuan Bajo. En nog diezelfde dag zijn we op een prive-boot met driekoppige bemanning gestapt. Een goedlachse man (de kapitein) met zijn zoon (de kok), en een neef (maatje en tolk). We hebben geweldig gesnorkeld bij Angel beach. Veel en kleurrijk koraal met talloze vissen in alle kleuren van de regenboog. Onderweg naar de volgende spot hebben we nog dolfijnen en een schildpad gezien. Daarna zijn we voor een eiland gaan wachten op de vleermuizen.  We hadden geen idee wat ons te wachten stond. Maar na een paar minuten zagen we enkele grote vleermuizen van het eiland Kalong vertrekken en over ons hoofd wegvliegen. Met het vertrekken van de vleermuizen verdween ook de zon achter het mangrovebos. Tijdens het vallen van de nacht vlogen er zo'n kleine miljoen grote vleermuizen over ons hoofd op weg naar het zoete fruit op Flores. Ze vormden een gigantische sliert vanaf het eiland tot ver in de vaagte van het berglandschap op Flores. Alsof we in een magisch-realistisch schilderij terecht waren gekomen.

Vleermuizen op weg naar Flores.
Drie grote vleermuizen boven de boot.

De volgende ochtend ontwaakten we op het dek, voor de aanlegsteiger van het eiland Rinca. Een van de drie eilanden in het Komodo national park, en de enige ter wereld, waar je de beroemde en beruchte draken kunt aanschouwen. Een jonge gids die verderop op het eiland woont wist in detail te vertellen hoe vijf mensen uit zijn dorp het slachtoffer waren geworden van de Komodo dragon. Zo vertelde hij over een leraar die iets te laat een draak herkende, in wat op het eerste gezicht een boomstam over de weg leek. Ook beschreef hij de doodstrijd van een jongetje dat, half verdwenen in een van deze carnivoren, door zijn vader werd aangetroffen. Dorpelingen hebben nog vergeefs geprobeerd om het jongetje uit de bek van de varaan te trekken. Daarna gaf hij uitleg over de lokale slangen waaronder de Russel viper. Een van de dodelijkste slangen ter wereld en verantwoordelijk voor het meeste aantal menselijke slachtoffers. Hij vertelde ook dat deze sisseltongen zichzelf kunnen transformeren in een veer om je vervolgens met hoge snelheid te bespringen. Tip van de gids: bij een beet snel een gaatje bovenin de schedel maken om het gif weg te laten lopen. Gelukkig hadden we een zakmes met priem op zak dus dat zat wel goed. Onze passen door het lange gras werden voorzichtiger neergezet dan gebruikelijk.

En natuurlijk we hebben de Komodo dragons ook in levende lijve gezien. Indrukwekkende dieren die een beetje sloom rondstappen en hun gespleten tong naar buiten laten rollen. Maar de gids, gewapend met een lange tweetand, was duidelijk voorzichtig. Hun slome voorkomen is slechts schijn; ze kunnen plots accelereren naar zo'n 15 km/uur. Tip van de gids: zigzaggen. Met al deze gedetailleerde informatie en goede raad is er natuurlijk geen enkele reden meer om bang te zijn.

Een van de volgende spots was Pink beach. Dit is zonder twijfel de nummer een snorkeling spot (de beste die we ooit hebben gezien). Heel veel koraal in veel kleuren (vooral roze, maar ook felgroen) en in veel vormen. En natuurlijk enorm veel vissen en andere zeedieren. Een beschrijving van al dit prachtigs zal de werkelijkheid ruimschoots te kort doen. De maatlijden aan boord waren heerlijk en met z'n viertjes slapen op het dek en dan wakker worden in een helderblauwe zee is super. De volgende ochtend hebben we een korte wandeling gemaakt op Komodo eiland. En daar zat hij dan, een volwassen mannetjes Komodo dragon van zo'n 100 kilogram. Daar wil je geen ruzie mee krijgen.

Slapen op het dek.
Parelverkopers.
Toen was het tijd voor een extatische ervaring. De boot zette koers richting Manta point. Op dit punt in de Komodo's komen de enorme Mantaray's naar de oppervlakte (als je geluk hebt). En we hadden geluk. Veel geluk want er waren tientallen van deze enorme vissen binnen een straal van 25 meter van onze boot. We zijn met onze snorkels op het water in gedoken en hebben deze dieren van erg dichtbij mogen bewonderen. Eek heeft er zelfs eentje kunnen aaien zo dicht bij.

Schorpioenvissen.
Zwemmen tussen de reuzemanta's.
Op de terugweg hebben we aangelegd op Kanawa eiland. Op dit eiland heeft Frodo (Marieke's broer) Daphne een maandje of wat terug ten huwelijk gevraagd. Vanwege de eerdere ervaringen op Koh Tao (met Dragon fish) had Marieke gevraagd of er enge beesten in het water zaten,  waarop ons was verzekerd dat er alleen maar 'friendly fish' zwommen. Maar bij de aanlegsteiger zagen we een paar giftige Schorpioenvissen zwemmen. Op het strand hebben we enorm gelachen met een dame die ietwat van het padje af leek te zijn. Ze vroeg Marieke ('Maaaarjoriee!') om, met haar antieke cameraatje, foto's van haar te maken voor een postcard. In alleen een 'naaldzwembroek' in een merkwaardige 70-er jaren Playboy-pose stond ze boven haar hoofd met een sjaaltje te wapperen. Ze verontschuldigde zich dat haar eigen 'photographer' en 'make-up artist' er niet bij waren en ze zich dus een beetje moest behelpen. Voor ons blijft het een mysterie hoe de ontvangers van de postcard zullen reageren als de gebruinde Miss Centerfold in de bus valt.


Flores
We hebben afscheid genomen van de crew en zijn na een nachtje slapen op zoek gegaan naar een taxi die ons van West naar Oost wil rijden. Na even zoeken en het gebruikelijke gedoe hadden we een alleraardigste chauffeur met een Kijang (merk Toyota) gevonden: Baron. In de comfortabele Kijang zijn we via mooie rijstvelden richting een klooster gereden (Santa Maria). Dit klooster verhuurt, met instemming van het Vaticaan, zonder twijfel de schoonste kamers van heel Indonesie. Toen we 's-ochends wakker werden waren de nonnen al ijverig schoon aan het maken. Bij de ingang van het klooster hebben we iets zeer merkwaardigs gezien. Naast een plaatje met hierin een afbeelding van het christelijke kruis had een spin een web geweven met hierin een exacte kopie van het kruis. Is het mogelijk dat deze God vanwege zijn teleurstelling in de mensheid zich nu richt op het spinnenrijk? Of hebben we te maken met een profetische spin die ons iets duidelijk probeerde te maken?

De arakdrank wordt gemaakt.
Langs de weg zegen we waterflessen staan gevuld met, naar we dachten, water. Baron stopte bij een van de huisjes met de opmerking 'Arak'. Arak is een destilaat van gefermenteerd palmsap. Een man was net bezig het vuurtje op te stoken om het palmsap te verdampen opdat deze damp via een bamboebuis af kon koelen en in een gerecyclde waterfles kon druppelen.

We hebben een bezoekje gebracht aan Bena. Dit is een traditioneel dorpje waar meneer Joseph woont. De fraters hebben meneer Joseph indertijd Nederlands geleerd en hij was dan ook een perfecte gids voor ons. Meneer Joseph vertelde ons niet alleen dat ze katholiek zijn, maar dat ze ook nog een behoorlijk aantal heidense rituelen hebben. Zo had hij recent een nieuw huis laten bouwen en klaagde hij dat het zo duur was.

huis van de grootvader
Erg rijk gezin dat veel buffels heeft geofferd.
Niet zo zeer het bouwen zelf, maar de offerandes die dit vraagt zijn duur. Zo tussen de vijf en tien buffels en enkele tientallen of honderd varkens dienen er geofferd te worden. Op het dorpsplein staan belangrijke symbolen. Een paal met een dakje staat voor de voorvader, een huisje voor de voormoeder (het dorpje is matriarchaal) en een paar flinke stenen representeren nakomelingen. De doden worden voor het huis begraven of - in geval het een ongelukkigde dood betreft zoals een slangebeet - buiten het dorp.

Een inwoner van Bena wilde voor een kleine vergoeding wel met ons meelopen richting Gurucina via Tololela. De weg richting Tololela was prachtig. Enorm hoog bamboe, bananenplanten en orchideeen. Tololela is alleen te voet te bereiken of met een stevige 4x4 (dus niet met de Kijang). Het was er dan ook erg vredig, geen dames die zoals in Bena handgeweven doeken proberen te verkopen.

Tololela in de mist.
Lopend in de regen onder een bananenblad
(nabij Gurucina)
Tololela I (iets verderop is II).
In het hotel in Bajawa verbleef een Nederlands reisgezelschap onder leiding van de vrolijke Jantje. Jantje had voor de volgende ochtend een traditionele dans geregeld. Om de kosten te drukken en voor de gezelligheid was het welkom als wij aan zouden sluiten. We werden door een bont gezelschap met trommelmuziek ontvangen in een traditioneel dorpje. De bewoners zijn erg trots op hun tradities en voerden verschillene rituele dansen op. We werden uitgenodigd om mee te doen. Eek bleek een waardig leider (met zwaard) en Marieke, Maud en Pleun konden uitstekend stapperdestappen en glimlachen.

Kinderen op blue-stone beach.
Dametje dat veel tabak heeft gekauwd.

De trans-Flores route, ooit aangelegd door de Hollanders, loopt langs blue stone beach. Natuurlijk stapten we even uit om dit merkwaardige strand te bekijken. Het strand van zwart zand is bezaaid met mooie ronde blauwe stenen en omzoomd met een soort van palmen.

Schuiftrombones

Originele stampvoetdans
Een van de high-lights op Flores is Kelimutu. Deze heilige vulkaan herbergt in haar kraters drie meren, ieder met een andere kleur. De kleuren veranderen van tijd tot tijd. Ze waren nu helderblauw, zachtgroen en zwart. Op de weg naar boven zagen we al een wolkje aan het firmament boven de vulkaan drijven en toen we op de top aangekomen waren, trokken de wolken spookachtig door de kraters. Dit gaf een extra mystiek tintje aan het toch al prachtige uitzicht.

Maar de primaire functie van een wolk is regen produceren. En dat gebeurde dan ook, met bakken tegelijk. Drijfnat kwamen we van de berg af en stapten we in de taxi. Binnen in de taxi werd er door de blower een wolk naarbinnen geblazen. 'De eerste keer dat we een wolk in de auto hebben pap'. 'Ook de eerste keer dat ik in alleen een natte onderbroek in een taxi zit'. We hadden het een beetje koud, maar gelukkig waren we vlakbij een warmwaterbronnetje.

Kelimutu in de wolken.

Twee van de drie meren in de Kelimutu krater.

Dit keer geen warmwaterbronnen waar je kaartjes voor moest kopen, maar een gratis door moeder natuur verwarmd poeltje midden tussen de rijstvelden. Met onze natte kleren stapten we, in de stromende regen, over de glibberige randen van de sawahs. Het was een hemels genot om een tijdje in dit warme bad, tenmidden van de grasgroene rijstvelden, in de stromende regen te zitten. Na deze waterpret zijn we direct naar ons hotel in Moni gereden om op te drogen. Erg gastvrij. We werden uitgenodigd om, onder het genot van een gratis kopje koffie, naar een amateurfilmpje over Flores te kijken. Gezellig. Omdat het nog vroeg was stuurde Eek een smsje naar Baron of hij ons naar de waterval wilde brengen. Geen enkel probleem. We stapten in, reden een minuutje en stapten weer uit. De waterval bleek op een steenworp afstand van ons hotel te liggen (of moet je zeggen vallen). Er liep een weggetje van de waterval naar boven dat we, nieuwsgierig als we zijn, natuurlijk even gevolgd zijn. En daar werden we vriendelijk verwelkomd door Agnes om een hapje in haar mini-restaurant (een deel van haar woonkamer) te eten.

Op de brug bij de waterval nabij Moni.

En dat leek ons wel een leuk plan, al was het geen slim plan. Malan stond namelijk voor de deur (spreekwoordelijk dan, want er was geen deur en malan kan niet staan). 'Selamat malan' gebruik je als groet zodra de zon aan de hemel is verdwenen. We stonden al met een been in het zwarte buiten toen we de laatste happen nasi goreng naar binnen propten. Gelukkig hadden we een paar kleine zaklampjes bij ons waarmee we in ieder geval de belangrijkste obstakels op onze nachtelijke route terug konden spotten.

Voerballende jochies in Wolotopo.

De laatste dag hebben we eerst nog een poging gedaan om een traditioneel dorpje in de buurt van Moni te bewonderen, maar de regen had de weg zodanig gesloopt dat we het Baron niet aan wilden doen om de Kijang op een afgebroken stuk asfalt vast te laten lopen. Wel hebben we een bezoekje gebracht aan het plaatsje Wolotopo. We stopten bij een voetbalveldje waar een vrolijke bende jochies een balletje aan het trappen was. Er komen waarschijnlijk niet zo veel toeristen in Wolotopo want op onze ronde door het plaatsje trokken we heel veel bekijks. En toen was het tijd om afscheid te nemen van Baron die ons veilig door Flores heeft gereden. In Ende wonen veel moslims en daar een varkentje kopen is om die reden lastig; anders hadden we Baron een biggetje kado gedaan. Na zes dagen zijn we wel een beetje van hem gaan houden.

Baron is een schatje.
Tweeling inktvis op Ende markt.