woensdag 4 mei 2011

Meer Balie en meer Bangkok





Inmiddels zijn we weer een weekje thuis en kunnen we genieten van het heerlijke lenteweer, poffertjes bakken op Koninginnedag, ons tijdens de reis geschilderde huisje en het rustige straatbeeld. Maar we willen onze trouwe lezers niet de laatste twee weken van onze reis onthouden. Ook al waren deze op voor ons inmiddels bekend terrein, ze waren wel leuk. Vanuit Flores zijn we teruggevlogen naar Bali en zijn we een paar dagen in Kuta geweest. Kuta beach is voornamelijk bekend van het surftoerisme. En dat was ook de reden voor ons om dit met hotels en restaurants overladen stukje Bali te bezoeken. Want de dames willen ook coole chicks zijn. Om het te leren hadden Marieke, Maud en Pleun een cursus van twee uur afgesproken. Pleun en Maud stonden al binnen vijf minuten op het board alsof ze nooit anders hadden gedaan. Marieke had hoofdpijn en vond het behoorlijk vermoeiend. Ze hield het samen met Pleun die geen zin meer had na zo'n drie kwartier voor gezien. Maud heeft de twee uur wel volgemaakt en bewees maar weer eens dat ze een echt doorzettertje kan zijn. De korte poging van Eek is niet noemenswaardig. Voor de rest hebben we vooral genoten van het comfort bij het hotel (incl. zo'n 8 afleveringen 'Lie to me' van DVD kijken). Na Kuta zijn we richting Ubud gegaan. Daar waren we al eens eerder geweest en wilden we graag nog eens een keer terug. Wederom hebben we bij hetzelfde mannetje twee scooters gehuurd. We hebben gezellig gegeten bij Huub en Nani die hun koffers hadden gepakt voor een trip naar Nederland. De eerste keer Ubud waren we naar een dansvoorstelling geweest; de Kecak dance (apendans) en Fire dance. De Kecak is echt een heel bijzondere dans. Tientallen mannen (apen) zingen rond een vuur in vele ritmische variaties 'Kecak... Kecak...Kecak...Kecak... Kecak...Kecak'. Andere prachtig uitgedoste dansers vertellen - dansend tussen de cirkel van apen een spannend en betoverend verhaal. Daarna volgde een Fire dance waarbij een danser in trance op blote voeten door de brandende kolen van kokosnootdoppen danst en grote vonkenregens richting het publiek schopt. Erg bijzonder allemaal. Zoiets wilden we nog wel eens meemaken. Hoewel niet zo indrukwekkend als de Kecak hebben we nog twee heel bijzondere andere traditionele Balinese dansen gezien. Genieten. Verder hebben de meiden een hele dag gebatikt en wederom een prachtige doek gemaakt. Met de scooter zijn we een dag naar drie verschillende tempels rond Ubud gereden. Een rotstempel, een watertempel en een grottempel. De rosttempel, Guning Kawi, is wonderschoon. De tempel ligt tussen de heuvels en rijstvelden. Uit de wanden zijn metershoge tempels gehakt. Vervolgens zijn we naar de watertempel gereden, Tampak Sering (Tirta Empul). Bij deze tempel staan de Balinezen tot hun middel in het water om offerandes te brengen aan een rij waterspuwers. Ze geloven dat het water uit deze natuurlijke bron geneeskracht heeft. We besluiten de dag met een bezoekje aan de grottempel Goa Gajah (ook wel olifant tempel) vlak bij Ubud.



In de rij bij Tampak Sering

We besluiten de reis van de4meulens in Bangkok. Vanuit Bali (Denpasar) zijn we naar Bangkok gevlogen om daar de laatste dagen van onze reis door te brengen. De eerste keer hadden we ons om de tuin laten leiden ('het paleis is dicht, ga toch lekker een boottochtje maken') en daardoor het koninklijk paleis gemist. Dat hebben we dus alsnog gedaan. En daar hebben we zeker geen spijt van. Wat een pracht en praal. Geweldige tempels met heel veel buddhabeelden en een superlange muurschildering waar Maud en Pleun zelf een verhaal bij konden verzinnen. We hebben natuurlijk ook een bezoekje gebracht aan de tempel van de liggende buddha (Wat Pho). In deze tempel ligt prinsheerlijk een Buddha van 46 meter lang en 15 meter hoog.

De een-na-laatste dag hebben we een uitstapje gemaakt naar Ayutthaya, de hoofdstad van het inmiddels vergane gelijknamige koninkrijk. We hebben een ritje gemaakt op een olifant en hebben te voet nog een tempel bezocht. Dit was ook het moment waarop we ons realiseerden dat drie maanden precies lang genoeg is. Het tweede ritje op een olifant is lang niet meer zo bijzonder als het eerste; als de tempels niet meer op twee handen zijn te tellen valt de schoonheid je steeds minder op en de eens zo overweldigend drukke straat (Khao San Road) voelt als de Kalverstraat op een doordeweekse dag.

Met bladgoud beplakte Buddha.

Een van de honderden figuren op de wandschildering in het Koninklijk paleis van Bankok.

In het koninklijk paleis Bangkok

MBK shopping center in Bankok.

Naar een 3D film in een enorm iMax theater.

Wie mooi wil zijn moet pijn lijden (op Khao San road, Bangkok).

De enorme voeten van de liggende buddha.


En toen... en toen...

Toen zijn we via Cairo geland op Schiphol waar het welkom-terug comité op ons stond te wachten en we overspoeld werden door de orde en rust van ons eigen, inmiddels een stuk minder koude, kikkerlandje.