donderdag 31 maart 2011

Eindelijk visa - Bali

Eerst nog een kort staartje Jogjakarta. Omdat we vijf werkdagen moesten wachten op ons visum (inclusief een weekend) hadden we nog even in Jogjakarta. Maud en Eek gingen samen vroeg op pad richting de vogeltjesmarkt. Dit is precies wat je denkt, enkele tientallen kraampjes met enkele hondertallen kooitjes met daarin zo'n kleine duizend vogeltjes. Naast vogeltjes verkopen ze er ook een paar reptielen waaronder kikkers (jammer genoeg geen spannende slangen), konijntjes en honden.

Kikkers op de vogeltjesmarkt in Jogja.

Ondertussen waren Marieke en Pleun ook op pad gegaan. En het was voor Maud en Eek niet moeilijk om ze te vinden; bij de massagesalon was de eerste en direct ook de juiste gok. Daar lagen de dames heerlijk te relaxen. De volgende ochtend zijn we (inmiddels voor de 3de keer) naar het immigratiekantoor gegaan. Nu had Eek al een aantal stappen doorlopen om het visum te verlengen dus we dachten dat het nu wel in een half uurtje gepiept zou zijn. Maar niets was minder waar, de procedure was nog lang niet klaar. Er zijn nog meer loketjes die onderdeel kunnen zijn van de toch al zo omslachtige procedure. En wat kan, dat zal. Eindelijk hadden we de stempeltjes en konden we op weg naar de luchthaven. Daar hebben we tickets gekocht voor Bali ('s-avonds). De rest van de dag zijn we naar een heel groot winkelcentrum geweest. De meiden hebben allemaal een nieuw badpak gekocht en Eek is helemaal happy met z'n nieuwe korte broek (eindelijk genoeg zakken om van alles in te stoppen).

Inmiddels hadden we contact gehad met Huub die ons adviseerde om te overnachten in Sanur. Even snel het internet op om de contactgegevens op te zoeken van Jati Homestay in Sanur. Even mailen en ja... plek en ook nog een taxi vanaf de luchthaven. Erg prettig als je midden in de nacht arriveerd.

Landen in het donker op Bali.

En zo geschiedde (dachten we dan). Op de luchhaven stond een chauffeur klaar met een bordje 'Erik Vermeulen & fam.'. Onderweg vertelde de chauffeur honderuit, niet alleen dat we door Denpasar reden, maar ook dat hij honden fokte. Niet voor de verkoop, maar voor eigen consumptie. Daarnaast kregen we alles te horen over de Balinese interpretatie van het Hinduisme (niet dat daar veel van te volgen was, want hij ratelde in Bali-English aan een stuk door). In het donker een steegje in geslopen om het hotelpersoneel wakker te maken. Ja, daar zijn we dan, de 4 meulentjes. Graag de familyroom en snel (want de meiden waren vanuit de taxi naar het hotel geslaapwandeld). Maud en Pleun konden zich er de volgende ochtend niets meer van herinneren. Over de volgende ochtend gesproken. Na een verschrikkelijk kriebelige nacht (ons bed stond geparkeerd op een provinciale mierenweg) ging Eek poolshoogte nemen. 'What are you going to do today?'. 'To one of the beaches, maybe'. 'There are no beaches here'. Huh. Maar natuurlijk zijn er hier beaches in twee kleuren zelfs. 'We will walk a few minutes to the beach.'. 'Really, there are no beaches here. Where do you think you are?'. 'In Sanur, of course'. 'This is not Sanur, this is Ubud.' Blijkbaar zijn er meerdere Jati Homestays op Bali en had Eek de verkeerde gevonden. Na een snelle herorientatie bleek dat we bij Huub en Nani om de hoek waren. een heel stuk Noordelijker dan Sanur. Ze hoefden ons dus niet op te pikken in Sanur, maar om de hoek. Tot dan hadden we tijd om Ubud een beetje te verkennen. We zijn naar het Monkey Forest geweest. In dit heilige bos wonen temidden van allerlei indrukwekkende beelden en tempels een hele boel heilige apen. Deze apen zijn erg gewend aan mensen en hebben geen enkele schroom om op de schouders van een toerist te springen. Marieke was even bang dat een van deze heilige boomzwiepers haar ging bespringen. Er staan veel merkwaardige beelden in het Monkey Forest met angstaanjagende mythologische figuren met bijvoorbeeld een enorm lange tong. Waarschijnlijk zijn het beelden van de lijken- en baby-etende Leyaks.

Beelden in Monkey Forest (rechts Leyak).


We kregen een lift van Huub en Nani naar hun geweldige villa vlakbij Ubud; temidden van de rijstvelden (http://melhuni.blogspot.com/). Maud en Pleun voelden zich al snel op hun gemak. Pleun was al snel vrienden met Carlo (de hond) en natuurlijk werd er direct een duik genomen in het zwembad.

Ondergedompeld.
 Maud heeft verschillende goocheltrucs laten zien.

Maud kan goochelen

We zijn naar het Balispirit festival geweest. Dit is een klein, meerdaags festival in Ubud. We zijn een avond geweest en hebben daar verschillende bandjes en traditionele dans gezien. Paulien - dat is lang geleden - was ook op het festival.

Gezelligheid op het Balispirit festival.


Na twee daagjes relaxen was het tijd voor actie. We hebben motorscooters gehuurd om het eiland te verkennen. Allereerst hebben we koers gezet richting het noorden. Al vrij snel waren we de weg kwijt en na een flinke tocht langs tempels en rijstvelden werd het tijd om een plek te zoeken om te overnachten. Er zat regen in de lucht en de middag liep ten einde. We reden langs een bord 'Home en cooking' in de buurt van Bedugul. Klinkt als slapen en eten; net wat we nodig hadden. Wayan heette ons welkom op het erf van zijn familie (in totaal 44 familieleden) en vertelde ons dat ze bezig zijn om er een homestay te maken. Maar als we wilden dan konden we er al overnachten in een van de twee kamers temidden van een geweldige tuin met (zoals het hier hoort) een fraaie tempel. In de tuin groeien van vele soorten fruit en kruiden. Een riviertje loopt dwars door het landgoed en er is een heilige badplaats. Er werd een kip tevoorschijn getoverd en verschillende familieleden begonnen met het hakken en snijden van de kip, groenten en specerijen. En we mochten meehelpen. Erg leuk. In een uurtje hebben we op basis van een boemboe onder andere een soep, een curry en sate gemaakt.

Oma geeft op de achtergrond kooktips.

De volgende ochtend zouden we een cooking class krijgen. 's-Ochtends zijn we met een andere Wayan (broer) naar de markt geweest om ingredienten te kopen voor de cooking class. We hebben onder andere een zak pinda's gekocht omdat we graag willen weten hoe je van scratch of aan een pindasaus maakt. En toen was er enige verwarring. Wie ging er nu de cooking class geven (en wat hier onder te verstaan)? Wayan 1 of Wayan 2 of het meisje of alle drie? Wayan 1 bleek andere zaken te hebben in Denpasar en was niet meer beschikbaar voor de cooking class. Dus kregen we 'les' van - Hari Krishna - Wayan 2 (en oma op de achtergrond). We hebben niet alleen pindasaus gemaakt, maar ook sate lilit gemaakt. Hiervoor maal je de kip (of ander vlees / vis) in een vijzel, doet er kruiden bij en plakt dit dan op een stokje (of een sereh stengel). Erg lekker allemaal. Na de lunch zijn we op weg gegaan naar Singaradja (een stad aan de Noordkust).

Cooking class van Wayan 2

Onderweg ging het stevig regenen en hebben we een aantal geplande tussenstops overgeslagen. Wel hebben we in de stromende regen mogen genieten van het uizicht over de sawahs tussen de heuvels. We hebben twee ponchos gekocht. Maud en Pleun konden schuilen onder de achterflap van de poncho (maar werden wel een beetje nat). We hebben in een hotel aan het strand geslapen en Maud en Pleun hebben een duik in het zwembad genomen. De volgende ochtend zijn we verder gereden naar Lovina beach (vlakbij). 's-Avonds hebben we superlekker gegeten (een verse vis van de gril) en een dolfijnentrip geboekt voor de volgende ochtend. Om kwart voor zes werd er zoals afgesproken op onze deur geklopt. Het was nog donker toen we naar de boot toe liepen. We namen achter elkaar plaats in de slanke boot. We waren een van de eerste boten die op dolfijnen'jacht' gingen. Na enkele kilometers varen wijzigden we plots - net als de andere boten - van koers. En daar zagen we aan de horizon nog een eskader aan bootjes. En jawel na zo'n tien minuutjes zagen we ze. De dolfijntjes (lang niet zo blauw als in de Disney strips) sprongen af en toe een klein stukje boven water. Telkens als er weer een paar werden gespot wijzigde de koers van de bootjes om er naartoe te varen. We kregen een klein ontbijt aan boord (gebakken banaan). Eek slaagde erin om een plens zeewater in zijn koffie op te vangen.

Merkwaardige gekkebekkentrekkerij op het slanke bootje.

De dolfijntjes.

Het strand is zwart.

's-Middag zijn we weer op de scooters gesprongen en zijn we (alweer in de regen) naar Tulambem beach gereden. Voor de kust van Tulambem ligt een scheepswrak op de zeebodem. Het is een populaire duikspot en je kunt er ook prima snorkelen (als de zee niet te ruw is).

We hebben een stoere helm gekocht voor Pleun
(kindermaten zijn zeldzaam bij de verhuur).
Lekker fruit (en taart) voor de goden
's-Avonds trok er een hevige onweersbui over Tulambem. Toen we het aantal seconden telden tussen de bliksem en de donder bleek dat minder dan een seconde te zijn. We hoorden een krak gevolgd door een flinke knal. De bliksem was ingeslagen bij de buurman en een stevige tak was naar beneden gekomen. Even later zwol de wind onheilspellend aan. Toen het weer een beetje was bedaard gingen we maar eens buiten een kijkje nemen. Het personeel liep opgewonden rond en we zagen dat er dakpannen van een dak waren gewaaid (van de andere buurman). Iets verderop had zich een riviertje gevormd dat over de doorgaande weg stroomde. Kinderen waren er takken in aan het gooien en af en toe waagde een auto of een scooter het om het riviertje over te steken. Marieke was vergeten haar bril mee te nemen en haar contactlenzen waren versneld versleten. We hebben de volgende dag koers gezet richting Melhuni villa waar de rest van onze spullen (en ook Marieke's bril) lagen. Onderweg zagen we plots een aantal vrouwen lopen met fruitmanden op hun hoofd. We zijn ze gevolgd naar een tempel waar de manden als offer voor de goden worden achtergelaten (om de volgende dag weer op te worden gehaald).

zondag 20 maart 2011

Jogjakarta

Heerlijk zwemmen (vooral onder de volle maan).
Na een nachtje slapen bij een gezellig oud Nederlands sprekend dametje in Medan zijn we met het vliegtuig naar Jogjakarta gevlogen. In Jogjakarta gaan we ons visum verlengen en onder meer een tripje maken naar de Borobudur.

Al vanaf het vliegveld staan de mensen hulpvaardig in een rij om ons te helpen. Maar wij willen het zelf doen. Dus op naar de stadsbus. Na een half uur kwamen we er daadwerkelijk achter hoe het werkt met de stadsbussen hier. Je koopt een kaartje om in een verhoogd bushokje te wachten op de juiste bus en dan kom je weer op een verhoogd hokje aan (ook voor overstappen). Een soort tram maar dan met bussen en zonder de rails. Enfin, na een paar hotels gezien te hebben, vonden we er een naar onze zin. Lekker knus en met zwembad recht voor onze deuren. En de mensen zijn ook erg aardig (maar dat is eerder regel dan een uitzondering op Java)


Pleun bezig met de bijenwas
 
Resultaten met was er nog op.


Maud is het doek an het invullen
 met soort nicoline
Vlak bij ons hotel kwamen we op het spoor van via-via. Dit is een begrip hier. Een groepje Belgische vrienden heeft diverse via-via's op verschillende continenten (ook een in Belgie). Bij via-via kun je niet alleen heerlijk eten, maar ze organiseren ook diverse activiteiten. De dames hebben een Batik-cursus gedaan met een prachtig en kleurig resultaat. We kregen alle drie een lap en een potlood. Na 10 minuten stond er iets op. Maar nu het echte werk: een pot warme bijenwas, gereedschap een oefendoek en een schoonmaak doek. In het begin was het echt moeilijk. Maar we kregen het onder de duim en we mochten met ons echte werk beginnen. Nadat de was erop zat, kregen we een soort van ecoline om het in tevullen. Hierna werd het ingespoten met lijm en in een heet bad gedaan. We waren superblij met het resultaat en wilden er gelijk nog eentje maken. Wie weet op Bali....
Ondertussen is Eek op pad gegaan op zoek naar het kantor imigrasie om de visa te laten verlengen. Dat blijkt niet een kwestie van betalen en stickertje plakken, maar een procedure van 4 werkdagen (met formulieren en zo). En daarna nog een aantal keer wachten bij een loket, 1.000.000 Rupia aftikken en jawel.... we mogen nog even blijven. 
Pielwerk

Eek geconcentreerd
op de ring voor Pleun
Ja, hij past.
We hebben dus nog even om andere activiteiten te doen in Jogja (de gebruikelijke afkorting hier). Dus ingetekend voor een cursus zilver smeden. Met z'n vieren en een Nederlands meisje hebben we mooie ringen gemaakt. Marieke een spannende, Pleun een lieve (hartje), Maud een enge (slang) en Eek een strakke. Erg leuk om te doen, een beetje timmeren, vijlen, verwarmen, polijsten, schuren en solderen. De gehele cursus (een kleine 4 uur) hebben onze Becak chauffeurs (een fiets met bakje voor twee personen) zitten wachten om ons terug te fietsen (er zijn veel meer Becak's dan te vervoeren mensen in Jogja).
Toen was het weer tijd voor cultuur. En niet zo'n beetje.

De Borobudur stond op het programma. Dit is de grootste Buddhistische tempel ter wereld. De tempel staat op een heuvel en dateert van ca. 800 na Christus. Het is een enorme stapel (118 m2) ongemetselde lavasteen met een immense hoeveelheid panelen, Buddha beelden en stupas. 
Fragment Borobudur.
Een stupa is een soort van klok (in de vorm van een Banyan-boom blad) waar een Buddha in zit. Een indrukwekkend bouwwerk. 
Een open stupa boven op de Borobudur.

We hadden het geluk dat we een gids had die goed Nederlands sprak (autodidact) zodat Maud en Pleun zonder vertaling direct konden verstaan waar het over ging. De tempel had vroeger een educatieve functie. De reliefpanelen vertellen het verhaal van Buddha en geven uitleg over Buddhistische gebruiken (goed en slecht karma). Bij het museum zat iemand een beetje te tokkelen op een Javaans instrument. Maud, Pleun en Eek konden het niet laten om anderen van hun muzikale talent te overtuigen. Na een uur liepen we(in de stortende regen) verder. Als het hier regent, dan regent het dan ook keihard en als de zon hier schijnt dan is het ook kei warm.
Muziekles.

Buddha in lachende houding.
We hadden een taxi geregeld tot zeven uur en de chauffeur had beloofd naar Nglipoh te rijden.
Buddha in meditatie houding.
Nu wist hij alleen bij god niet hoe daar te geraken. Maar na zo'n vijf keer de weg vragen kwamen we uit bij een paar houten huisjes. In de stromende regen. Maar we hadden geluk. Onder een afdakje was een vrouw bezig met een grote aardewerken pot (de reden om naar dit plaatsje te reizen).
Hoe, zo?
En we werden al snel gevraagd om zelf plaats te nemen achter een draaitafel om onze duim en vingers in de draaiende klei te drukken. Dat ging best aardig. De kinderen willen dit thuis ook nog eens doen. Na afscheid te hebben genomen van de vriendelijke inwoners van Nglipoh hebben we nog een kijkje genomen in Mendut tempel. Een heel stuk kleiner dan de Borobudur, maar wel mooi. Maar minstens zo mooi was de Banyan boom naast de tempel. De Banyan boom (ficus religiosa) is voor de Buddhisten een heilige boom (de boom waaronder de Buddha zat tijdens zijn beroemde meditatie). Hij is vooral indrukwekkend vanwege de luchtwortels die als dikke scheepskabel aan de takken hangen. Prachtige boom!

De 20ste, zijn we naar het Kraton geweest. Dit is een ministadje in Jogja met daarin het paleis van de Sultan. Weinig spectaculair, maar prima om even een kijkje te nemen van de Javaanse tradities. Er werd een dans opgevoerd. De danseressen blijken op een enkele uitzondering na oude dames die duidelijk moeite hebben om zich nog elegant en soepel te bewegen (maar dat lieten ze niet merken). Tijd dat de sultan er eens een paar met pensioen stuurt. We hebben niet de hele voorstelling uitgezeten, het ging een beetje te langzaam en na een half uurtje wordt de muziek een kwelling voor het gehoor (ook de muzikanten zaten dicht tegen hun pensioen).

In een paarden taxi, Cool joh!

Je kunt je leeftijd prima verstoppen achter zo'n masker!

Een paar keer per dag met de becak,
maar het blijft leuk

Voor actuele berichtjes kun je ook afstemmen op: http://twitter.com/evermeulennl






 

zaterdag 19 maart 2011

Berastagi en Danau Toba

Na de geweldige maar ook pittige jungletrek in Bukit Lawang was het tijd om af te koelen in de bergen in het plaatsje Berastagi. In Berastagi hebben we een van de twee vulkanen beklommen, de Gunung Sibayak. De laatste keer dat deze berg vuur spuwde was 1881, maar er is nog steeds activiteit in de vorm van spuitende zwaveldam. De zwaveldamp kleurt het nabij gelegen gesteente felgeel. De tocht naar boven was relatief simpel. We konden meerijden met een minibusje tot bijna boven. Van daaruit was het nog ongeveer een uurtje klimmen naar de kraterrand. Gelukkig was Maud haar voet heel behoorlijk genezen en had ze weinig problemen met wandelen. Hoewel we niet te midden van grote lavastromen stonden was het best indrukwekkend. De tocht terug duurde veel langer, want nu was er geen minibusje en mochten we de berg helemaal te voet afdalen.

We zijn even over het typische marktje gelopen. Natuurlijk veel exotische producten maar ook verse vis. En dan ook erg vers. Je mag de levende vis aanwijzen die dan ter plekke naar een volgende leven wordt geholpen. Zijn resterende lichaam wordt keurig schoongemaakt en in stukken gechopt. Maud en Pleun hadden medelijden. Het steegje met poeliertjes hebben we dan ook maar even tactisch gemeden. Verder is het niet zo spannend in Berastagi (we waren eventjes de enige toeristen in een enorm guesthouse), dus door naar Danau Toba.

Danau Toba is een meer in een supervulkaan (daar zijn er maar zes van in de hele wereld). Inmiddels is het al weer zo'n slordige 70.000 jaar geleden dat deze vulkaan actief was. In de enorme krater is een meer gevormd, en in dat meer ligt een (schier-)eiland. Niet zomaar een eilandje, maar een enorm groot eiland (zo'n 40 vierkante kilometer). Op tuk-tuk (een van de uitstulpsels van het eiland) hebben we een leuk guesthouse gevonden, aan het meer, met een strandje en een duikplank. Pleun mocht vanwege haar aanstaande verjaardag kiezen waar we bleven slapen. We hadden een grote familyroom (met woonkamer en twee slaapkamers). 's-Avonds hebben Marieke en Eek slingers geknipt en opgehangen en de stoel van de feestneus versierd.
Pleun was echt jarig en heeft een felroze jurk, een knuffelschilpad (grote concurrent voor konijn) en een strandbal gekregen. Maar daar bleef het niet bij. 's-Middags werd er een enorme taart bezorgd met daarop in Bahasa 'Van harte gefeliciteerd Pleun met je 8e verjaardag' (althans dat denken we). Alle gasten, onze nieuwe vrienden, aan het strandje kregen een (groot) stuk taart. En Pleun kreeg nog meer kadootjes (van de gasten, Boggy - met pensioen - en Mary uit Engeland en Ben en Sam - broer en zus ook uit Engeland), stickers, een leuk potlood en een heel mooi kettingkje (van de mensen met het bijzonder haar - kaal met dreadlocks). Ben en Sam hadden heel mooi inpakpapier (bladeren die ze zelf hadden geplukt). Dat bleek - later - een minder handig idee. Aan haar mooie jurk konden vel zien dat ze jarig was. Maud en Pleun hebben veel in het water gelegen en op het laatst was het een waar golvenbad met golven van 3\4 meter. Op Danau Toba was het vooral school, relaxen, awemmen en heerlijk eten.

Toen we de volgende ochtend wakker werden bleken Maud haar vingers flink rood met een beginnende blaar erop. Toen hadden we nog geen idee wat de oorzaak zou kunnen zijn. De komende dagen zou het alleen maar erger worden (meer blaren en veel nieuwe vlekjes). Later bleek de enige logische verklaring een allergie voor het hele mooie inpakpapier. De symptomen deden denken aan Berenklauw (brandwonden).

We hebben twee scooters gehuurd om het eiland te verkennen. Toen we op onze bestemming waren bleek een van de banden lek. Gelukkig is het eiland bezaaid met 'Doorsmeer's (mini-garage's). Vakkundig werd onze band geplakt (een bijzondere methode waarbij ze het plakkertje en de band op een vuurtje samen laten smelten). De monteur wilde nog wisselgeld teruggeven maar dat hebben we beleefd afgeslagen (we hadden slechts 10.000 RPH gegeven - ca. 80 Eurocent).
Onderweg veel fraaie Batak Efteling-achtige huisjes gezien. Batak zijn de lokale mensen die onder meer bekend zijn om het ritueel kannibalisme (nu niet meer hoor). Een van de avonden hebben we een traditionele dans- en muziekvoorstelling bij mogen wonen. Een van de Batak-liederen ging over palmwijn en de leadzanger wist dit zeer overtuigend te brengen. Ook nadat het lied was afgelopen bleef hij in zijn rol hangen.

maandag 7 maart 2011

Sumatra

Veilig geland in Medan (Sumatra) en direct door naar Bukit Lawang met de public bus.
De minibus. Veel beter!

De public bus...
waar we uit wisten te ontsnappen
Althans... dat was het plan. Het lukte ons wonderwel om bij de juiste public bus te komen en ook nog om erin te stappen. Maar het lukte vervolgens de bus niet om echt te vertrekken. We waren goed en wel vertrokken (een hoek om) of de chauffeur stapte uit om we-weten-niet-wat te gaan doen. De 'conducteur' (zoals we hem maar even duiden) was nog wel af en toe in beeld om bijvoorbeeld een keihard muziekje op te zetten in de bus en om ons te vertellen dat het echt nog maar twee minuten zou duren. De twee minuten werden uiteindelijk een half uurtje en toen was voor ons de maat wel een beetje vol. We zijn uit de bus gestapt (we hadden gelukkig nog niet betaald) en zijn op zoek gegaan naar alternatief vervoer. Dat bleek nog best lastig want de 'conducteur' bleek niet al te gelukkig dat zijn omzet de busdeur uit was gelopen. Als wij aan de ene kant afspraken probeerden te maken met een chauffeur van een minibusje dan ging hij de chauffeur aan de andere kant duidelijk maken dat hij ons niet mee mocht nemen (al konden we het niet verstaan, is het vermoeden dat er werd gedreigd). Tijd dus om het lesje altijd vriendelijk blijven aan de kant te zetten en de negentig kilo en een-meter-negentig in stelling te brengen om onze 'conducteur' er op indringende wijze attent op te maken dat hij degene was die ons had zitten te foppen en dat het nu voor hem tijd was om weg te wezen. Een vriendelijke - en waarschijnlijke vanwege de riante vergoeding zeer vrolijke - minibuschauffeur liet zich echter niet wegjagen en heeft ons keurig afgezet op de drempel van de indrukwekkende jungle.
Na een dagje orienteren en de vriendelijkheid van de Sumatraanse bevolking te herontdekken (de 'conducteur' bleek een uitzondering) zijn we het avontuur aangegaan. Een driedaagse trekking in de jungle met de kindvriendelijke Tambrin & - zeker zo vriendelijke - co.
Een van de twee vrouwtjes
Thomas leave monkey (links) aka Funky monkey - Maud (rechts).
Moeder met peuter
MAN
 De eerste dag was al direct een super ervaring. We hebben verschillende Orang Oetans (het Engelse Orangutans bekt overigens lekkerder) gezien. Fantastische, heel indrukwekkende dieren. We hebben drie moeders met baby gezien waarvan een op slechts enkele meters afstand en een mannetje (of zeg maar MAN van meer dan 100 kilo) met twee vrouwtjes (ook van heel dichtbij). Ook mochten we van heel dichtbij (soms dichterbij dan gewenst) kennis maken met tientallen Longtail Maka's (want die zijn brutaal) en met verschillende Thomas leave monkeys (die zoals de naam al aangeeft graag blaadjes eten). Tambrin wist ons ook te wijzen op verschillende medicinale planten (een ervan zal later nog goed van pas komen). 's-Avonds sliepen we in een tent (dat wil zeggen stokken met een stuk landbouwplastic eroverheen gespannen). We gingen vroeg naar bed omdat het begon te regenen, maar dat is niet verwonderlijk in een tropisch regenwoud. Maud wist nog een heel bijzondere spin op te duikelen. Al was het een klein spinnetje (in ieder geval in vergelijking tot bijvoorbeeld de tarantula die Maud eerder had geaaid); het maakte indruk met zijn boze patroon en twee enorme stekels op zijn kop. De tweede dag zijn we nog iets dieper, maar voornamelijk hoger, de jungle in gegaan.
De allerhoogste schommel ooit!
Tambrin had in overleg met zijn assistent (er loopt altijd iemand mee) een pad gekozen dat ons via een gigantische boomwortelstrap helemaal naar de top van een van de bergen bracht. Daar konden we in aanwezigheid van enkele legers verschillend soorten exotische vliegdingen 'genieten' van onze lunch. De hele lunch was Tambrin zoek. Na een tijdje kwam hij weer een beetje ontdaan boven water. De assistent had hem verzekerd dat er ook een pad naar beneden was naar het volgende kamp; maar hij zette daar zelf stevige vraagtekens bij ('please don't be mad at me'). Maar de assistent was vastberaden. Daar is het pad naar beneden. Al snel bleek dat het pad al heel lange tijd niet meer was betreden en door de exotische weersomstandigheden was omgetoverd in een gigantische modder-met-bladeren glijbaan. Maud en Pleun werden door Tambrin en respectievelijk de assistent aan de hand genomen om gestructureerd naar beneden te tuimelen. Marieke en Eek deden dit op hun eigen een stuk minder gestructureerde manier. De lange broeken stonken stevig toen we heftig bezweet na circa een uurtje beneden arriveerden. Bij de grote rivier.
'Pad' omlaag... hoezo pad
Deze hoefden we alleen nog even op een rubberen tractorbinnenband (luxe) over te steken om op ons droomplekje aan te komen. Midden in de jungle, aan een stevig stromende rivier. Prachtig. De rivierbedding bestond uit stenen van klein naar groot. En - 'nice for the kids' waren er koddige stapeltjes van stenen gemaakt. Een stapel zou later een stuk minder kindvriendelijk blijken.

De pindavlinder
(door ons ontdekt en naam gegeven)

Tambrin & co. En twee schattige meisjes.


Na een lekker diner was het tijd voor lachen met Tambrin & co. Co is een schattig lachende gids in opleiding die iedere dag op miraculeuze wijze als we aankwamen op de eindbestemming in een pan zat te roeren. Iedere dag was hij de pineut om alle spullen aan te slepen (voor de laatste dag ook nog eens 4 extra enorme tractorbanden voor de raft). Tambrin liet eerst een paar kaarttrucjes zien (Maud en Pleun beheersen ze nu ook) en ging helemaal los met een paar nadoe spelletjes. Lachen dus. De volgende ochtend mochten we uitslapen. Toen we wakker werden bleek de stevig stromende rivier omgetoverd in een onstuimig stromende rivier. De trekking aan de overkant van de rivier was niet langer mogelijk. Wel konden we aan dezelfde kant van de rivier nog een paar uurtjes de jungle in. Dat was in ieder geval het plan. Maar toen werd er roet in het eten gegooid. Maud en Pleun waren gezellig bij de rivier aan het spelen toen we opeens een zacht gekerm van Maud hoorden. Een van de toch niet zo kindvriendelijke stapels met stenen was omgevallen en de grootste steen (een knoepert van zeker 40 kilo) was op Maud haar voet gerold.
Fruitfeest
Zo snel als mogelijk heeft Eek de steen eraf gerold is met Maud direct met haar al stevig blauwkleurende voet in het koude rivierwater gaan zitten. Dat zag er niet goed uit. Een hevige bloeduitstorting van zo'n vijf centimeter sierde Maud haar voet. Co had gemerkt dat er iets niet pluis was en kwam snel de schade inspecteren. Na een snelle blik haaste hij zich terug naar zijn potten en pannen om daar een smeerseltje in elkaar te zetten (olie, ui en knoflook). Dit smeerseltje werd voorzicht op Maud haar voet gesmeerd. Even later kwam hij weer bij de gewonde om een prop bladeren uit zijn mond te toveren en deze op de pijnlijke voet te draperen. Spannend allemaal!
In de waterval gevallen
Maar wonder boven wonder was na een uurtje de bloeduitstorting zo goed als verdwenen en kon Maud - zeker na de fruitverrassing - weer een beetje lachen. Tambrin was ook weer terug en wapperde met een bord koude lucht over Maud haar voet.
Aan de studie
Tambrin's idee van de tandpasta bleek wat minder goed uit te pakken; maar die was er ook weer snel vanaf gehaald ('Sensodine' is niet de juiste tandpasta voor een jungle trekking blijkbaar). Tambrin en co zetten van de vier rubberbanden een stevige raftboot in elkaar. Comfortabel zijn we in een rotvaart en met flinke golfslag de rivier afgedaald naar ons guesthouse. Maud kan al weer een beetje strompelen en we konden in een fijne kamer weer op adem komen.
Kinderthuis (hierover later meer)
Nagels lakken met natuurlijke nagellak (echte is verboden)

Melaka en vervolg Kuala Lumpur

"on the top of the world"
's-ochtends vroeg ons bed uit (het was nog donker) om kaartjes te bemachtigen voor de Petronas Towers. Er was al een klein slangetje gevormd toen we arriveerden en de rij werd uiteindelijk een ranke en lange python. Ze hebben een mooie systematiek, eerst krijg je een kaartje in de rij... dan nog een kaartje in de rij... en dan uiteindelijk een kaartje aan de balie. Hebben ze iet s te lang over nagedacht waarschijnlijk. Maar we hadden onze kaartjes. Niet voor de ochtend maar voor einde van de dag. Alleen aan het einde van de dag kun je helemaal naar boven (dikke 35 verdiepingen). Dus we moesten nog wat tijd doden. En dat kan prima in de hetzelfde gigantische gebouw. In de Petronas Towers zit het - hoe kan het ook anders - Petroscience museum van de firma Petronas. Dit was een aangename verrassing want het was een soort van Nemo (zoals in Amsterdam), maar dan nog veel groter. Harstikke leuk voor Maud en Pleun.
In het Patronasmuseum
Lekker hoog


Na Kuala Lumpur zijn we naar Melaka gegaan (ook wel Malacca). Dit is een oude stad waar als eerste de Portugezen, daarna ons Hollanders en vervolgens de Britten de eens zo welvarende havenstad te gronde hebben gericht. Maar nog steeds een leuk stadje, (world heritage) met een rijke geschiedenis.
Straatbeeld Malaka
In het schipmuseum
We zijn een aantal keren over de avondmarkt gelopen (heel druk en gezellig). We zaten in een relaxed guesthouse (Sama Sama), met houten vlonders en een fraai binnentuintje en Lucky. De gastheer die leuke kaarttrucjes kan en Pleun en Maud een paar keer heeft verslagen met Jenga (blokjes eruit trekken en stapelen voor de Jenga-leek). In Melaka rijden heel bonte - met kunstbloemetjes versierde - driewielers rond, bijvoorbeeld met een grote spin op het dak. We zijn vergeten er een ritje in te maken. Maar we hebben wel zelf even op de normale fiets (gratis mee te nemen bij Sama Sama) een stukje Melaka verkent. We zijn ook nog in een groot Portugees schip geweest (nagebouwd). In het schip zit een museum over de geschiedens van - met name de haven van - Melaka.
Na Melaka weer terug naar Kuala Lumpur want we hadden een vlucht geboekt richting Indonesie (Sumatra / Medan). Later zou blijken dat de luchthaven bijna net zo ver van Kuala Lumpur als van Melaka af ligt. Maar dat mocht de pret niet drukken.

Erg spannende haain in het aquarium
Groeten uit KL
In Kuala Lumpur zijn we op de dag van aankomt nog naar het aquarium geweest. Dit is een groot binnenaquarium met onder andere een Pyranha show en een 60 meter lange tunnel waar je op een soort loopband langs tijgerhaaien, manta's, enorme schildpadden en een boel kleurige vissen wordt getrokken. De volgende dag weer vroeg op en met de taxi naar de luchthaven.