Na de geweldige maar ook pittige jungletrek in Bukit Lawang was het tijd om af te koelen in de bergen in het plaatsje Berastagi. In Berastagi hebben we een van de twee vulkanen beklommen, de Gunung Sibayak. De laatste keer dat deze berg vuur spuwde was 1881, maar er is nog steeds activiteit in de vorm van spuitende zwaveldam. De zwaveldamp kleurt het nabij gelegen gesteente felgeel. De tocht naar boven was relatief simpel. We konden meerijden met een minibusje tot bijna boven. Van daaruit was het nog ongeveer een uurtje klimmen naar de kraterrand. Gelukkig was Maud haar voet heel behoorlijk genezen en had ze weinig problemen met wandelen. Hoewel we niet te midden van grote lavastromen stonden was het best indrukwekkend. De tocht terug duurde veel langer, want nu was er geen minibusje en mochten we de berg helemaal te voet afdalen.
We zijn even over het typische marktje gelopen. Natuurlijk veel exotische producten maar ook verse vis. En dan ook erg vers. Je mag de levende vis aanwijzen die dan ter plekke naar een volgende leven wordt geholpen. Zijn resterende lichaam wordt keurig schoongemaakt en in stukken gechopt. Maud en Pleun hadden medelijden. Het steegje met poeliertjes hebben we dan ook maar even tactisch gemeden. Verder is het niet zo spannend in Berastagi (we waren eventjes de enige toeristen in een enorm guesthouse), dus door naar Danau Toba.
Danau Toba is een meer in een supervulkaan (daar zijn er maar zes van in de hele wereld). Inmiddels is het al weer zo'n slordige 70.000 jaar geleden dat deze vulkaan actief was. In de enorme krater is een meer gevormd, en in dat meer ligt een (schier-)eiland. Niet zomaar een eilandje, maar een enorm groot eiland (zo'n 40 vierkante kilometer). Op tuk-tuk (een van de uitstulpsels van het eiland) hebben we een leuk guesthouse gevonden, aan het meer, met een strandje en een duikplank. Pleun mocht vanwege haar aanstaande verjaardag kiezen waar we bleven slapen. We hadden een grote familyroom (met woonkamer en twee slaapkamers). 's-Avonds hebben Marieke en Eek slingers geknipt en opgehangen en de stoel van de feestneus versierd.
Pleun was echt jarig en heeft een felroze jurk, een knuffelschilpad (grote concurrent voor konijn) en een strandbal gekregen. Maar daar bleef het niet bij. 's-Middags werd er een enorme taart bezorgd met daarop in Bahasa 'Van harte gefeliciteerd Pleun met je 8e verjaardag' (althans dat denken we). Alle gasten, onze nieuwe vrienden, aan het strandje kregen een (groot) stuk taart. En Pleun kreeg nog meer kadootjes (van de gasten, Boggy - met pensioen - en Mary uit Engeland en Ben en Sam - broer en zus ook uit Engeland), stickers, een leuk potlood en een heel mooi kettingkje (van de mensen met het bijzonder haar - kaal met dreadlocks). Ben en Sam hadden heel mooi inpakpapier (bladeren die ze zelf hadden geplukt). Dat bleek - later - een minder handig idee. Aan haar mooie jurk konden vel zien dat ze jarig was. Maud en Pleun hebben veel in het water gelegen en op het laatst was het een waar golvenbad met golven van 3\4 meter. Op Danau Toba was het vooral school, relaxen, awemmen en heerlijk eten.
Toen we de volgende ochtend wakker werden bleken Maud haar vingers flink rood met een beginnende blaar erop. Toen hadden we nog geen idee wat de oorzaak zou kunnen zijn. De komende dagen zou het alleen maar erger worden (meer blaren en veel nieuwe vlekjes). Later bleek de enige logische verklaring een allergie voor het hele mooie inpakpapier. De symptomen deden denken aan Berenklauw (brandwonden).
We hebben twee scooters gehuurd om het eiland te verkennen. Toen we op onze bestemming waren bleek een van de banden lek. Gelukkig is het eiland bezaaid met 'Doorsmeer's (mini-garage's). Vakkundig werd onze band geplakt (een bijzondere methode waarbij ze het plakkertje en de band op een vuurtje samen laten smelten). De monteur wilde nog wisselgeld teruggeven maar dat hebben we beleefd afgeslagen (we hadden slechts 10.000 RPH gegeven - ca. 80 Eurocent).
Onderweg veel fraaie Batak Efteling-achtige huisjes gezien. Batak zijn de lokale mensen die onder meer bekend zijn om het ritueel kannibalisme (nu niet meer hoor). Een van de avonden hebben we een traditionele dans- en muziekvoorstelling bij mogen wonen. Een van de Batak-liederen ging over palmwijn en de leadzanger wist dit zeer overtuigend te brengen. Ook nadat het lied was afgelopen bleef hij in zijn rol hangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten